Zondagscolumn 9

Zondag 23 juni 2024

De 16-jarige Maxim pleegt zelfmoord en andere tieners zetten de rouwkamer op stelten. Het lijk wordt aangeraakt, opgetild en ontdaan van twee ringen. Zijn bed wordt verplaatst. Er is normaal gesproken geen medewerker in de ruimte waar familie en vrienden afscheid kunnen nemen. Toen het lawaai – er werd onder meer muziek gespeeld – begon op te vallen, verscheen er een medewerker die meteen ingreep en de tieners derwaarts stuurde. Vader Michel: “Wat er gebeurd is in die kamer, getuigt van een totaal gebrek aan normbesef en respect.”

Dit speelde zich deze maand in Vlaanderen af. Voor de vader en andere nabestaanden een gruwelijke shock, voor de rest van de wereld weinig meer dan een nieuwsartikel tussen alle andere nieuwsartikelen. Maar in plaats van het volgende artikel te lezen, las ik het nog een keer. Het greep me aan. Het maakte me woedend. Niet alleen omdat wij als maatschappij hebben gefaald om een kind van 16 zich – en hier doe ik een voorzichtige aanname – veilig en geaccepteerd te laten voelen, maar ook omdat het vertoonde gedrag lager dan beestachtig is.

“You grow so much between your 16th and 21st,” zei een Britse collega toen ik op mijn 20ste/21ste in Kroatië werkte. Die collega was op dat moment ook 21, en we bevonden ons dus aan de veilige kant van de uitspraak. Maar ik zou toch zweren dat ik op mijn 16e ook al zodanig was gegroeid dat ik niet met het lijk van een leeftijdgenoot zou gaan zeulen. En ik hoop dat ik in die context toch voor mínstens 99% van de tieners mag spreken.

“Tachtig procent van de mensen is debiel,” zei iemand onlangs.

En daarmee bedoelde hij niet eens alleen letterlijk debiel gedrag. Ook het feit dat mensen niet beseffen dat elk appje dat ze versturen energie en drinkwater ter verkoeling van een datacentrum kost, schaarde hij daaronder. En dat alles wat je invoert, bijdraagt aan je algehele online profiel.

Geen besef hebben van de eigen rol in het grotere geheel.

Vanavond zuipen, morgen blut, maar dat zien we dan wel weer.

Debiel, dus.

In onze individuele samenleving zoeken mensen naar groepen om zich bij aan te sluiten. Dit zie je alleen al terug in kleding, tatoeages en haardracht. Ze doen allemaal hetzelfde binnen de kaders van hun verkozen groepering. Wie van metal houdt, heeft lang haar. Wie op hetzelfde geslacht valt, schildert zijn haar paars of roze. En dan heb je nog de kopieer-en-plak-manieren van protesteren – snelwegblokkades, je hand vastlijmen aan een talkshowtafel, tomatensoep tegen schilderijen in een museum aansmijten. Mensen zijn schapen in zowel hun acties als meningen. Ze zoeken weliswaar naar individuele uitingen, maar dan wel conform bepaalde kaders. Individualiteit door conformiteit.

De samenleving verzuild en dat zorgt voor verharding. De schaamte voor asociaal gedrag lijkt aldoor te verminderen. Vroeger kon je nog iets zeggen tegen iemand die zijn poten op de bank in de trein legde. Tegenwoordig moet je bij wijze van spreken een bijl meenemen om te dreigen een scheenbeen door te hakken alvorens men de voeten weer op de vloer plaatst. De vrijheid die asociale mensen nemen – en hen wordt gegund – is haast oneindig oprekbaar.

En waarom ook niet? Als jij uit een land komt waar de politie niet mals is en je ziet waar je hier in Nederland mee weg komt, lach je om het gezag. “Stealing no problem,” zei een betrapte dief lachend voor de poorten van het AZC in Ter Apel. En dat zien anderen weer. En dat groeit en groeit. Niet voor niets zijn culturen gebonden aan de locatie waar ze ontstaan zijn. Aborigines barbecueën nou eenmaal geen ijsberen, als je begrijpt wat ik bedoel.

Die verharding en verruwing gaat nog erg lelijk worden. Een hoogleraar zei laatst in een interview dat het begint met aanvallen op personen (zoals de recente aanvallen op politici in Duitsland) en escaleert door wraakneming van groepen. Extreemlinks. Extreemrechts. Verzuiling.

Zou die 20% niet-debiele mensen in staat zijn om dat rampscenario af te wenden? Om asociaal gedrag oncool, onvet en onchill te maken nog voordat iemand 16 jaar oud wordt? Of moeten er eerst extreme maatregelen worden genomen - wie niet weet dat sigaretten bestaan, kan er ook niet verslaafd aan raken.

Het is een lastig dilemma in een verdeelde samenleving. De communicatie alleen al! Je moet een toon vinden die beide kanten verstaan. Dit is wellicht een slechte vergelijking, maar voor mensen met een milde vorm van autisme is het vaak lastig om een gesprek gaande te houden (laat staan om vriendschappen te onderhouden). Een autist zal niet snel vragen hoe het met je gaat. Nee, het komt erop neer dat je in gesprek met een autist de motor van het gesprek moet zijn. Dit vergt oefening en geduld, maar uiteindelijk is dit niet anders dan je manier van praten met een goede vriend: je weet wat je wel en niet kunt zeggen. Je weet op een gegeven moment welke toon je moet aanslaan.

Dat is de rol van de 20%. Zij zijn de herdershonden om de verschillende schaapskuddes. Als we rockliefhebbers zover kunnen krijgen dat ze rondlopen met een bontgekleurde hanenkam, moet de verdere uitrol van sociaal besef niet geheel onmogelijk zijn.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.