Zondagscolumn 1

Zondag 7 april 2024

Toen ik in groep 8 zat, zag ik op Discovery Channel een documentaire waarin twee Amerikaanse soldaten laat op de avond door een langeafstandsbus werden afgezet bij een afgelegen en gesloten tankstation. Niemand te zien. Slechts een paar lampen brandden. Ze belden naar hun legerbasis om te worden opgehaald.

Een jeep arriveerde niet veel later, maar de twee soldaten waren nergens te bekennen. De jeepbestuurder zag wel vreemde, felle lichtpunten in de nachtelijke hemel. Onverrichterzake reed hij terug naar de basis.

De twee wachtende soldaten belden nog maar eens naar hun legerbasis. Waar bleef die verdomde jeep toch? Ze stonden al zeker twee uur te wachten!

Opnieuw reed de jeep naar het tankstation en ditmaal trof de bestuurder de wachtende soldaten aan waar ze hadden aangegeven te zullen zijn.

Het tweede telefoontje kwam in werkelijkheid niet twee, maar vijf uur later. Waar waren die drie overige uren gebleven? Het tweetal ging later onder hypnose en brachten een verdrongen herinnering naar boven waaruit bleek dat ze tijdens het wachten waren ontvoerd door aliens.

Als basisscholier maakte het concept van verdwenen tijd – ofwel een verdrongen herinnering –grote indruk. Aliens die inbreken in je hersenen en herinneringen kunnen aanpassen of verwijderen. Dat concept was zowel bizar als geniaal.

In 2006 verwerkte ik dit voor het eerst in een verhaal. Ik plaatste een meisje op Amsterdam Centraal dat daar haar vriend zou ontmoeten. Hij liet zich nergens zien en zij ging kwaad naar huis. Later, tijdens een heftige ruzie, zwoor de jongen dat hij er wel degelijk was geweest. Wist hij veel dat hij in werkelijkheid was ontvoerd door aliens die zijn herinneringen hadden gewist… De tekst heb ik niet meer, maar vormde wel het begin van een boek dat in 2010 onder de titel ‘De Infiltranten’ werd gepubliceerd via Lulu.com.

Deze Amerikaanse website maakte het mogelijk om je eigen Word-documenten uit te geven als heus boek. Tegenwoordig stikt het van die websites, maar destijds was printing-on-demand een godsgeschenk voor schrijvers zonder uitgever of budget om dan maar boeken te laten drukken. Het nadeel was natuurlijk dat een lezer maar net de weg moest weten naar die totaal onbekende website waar Piet Smit hoopvol zijn boek had ‘gepubliceerd.’ Het bestaan van Lulu.com bracht mij er in ieder geval toe dat ik het ene na het andere boekje schreef. Dat het slechte boekjes waren, deerde mij erg weinig: ik was eindelijk bezig met het uitgeven van mijn eigen boeken, een jeugddroom.

Een ander fijn punt van een gepubliceerd boek dat niemand wist te vinden, was dat niemand het kocht. Ik kon het slechte boek gewoon uit de publicatie halen en verbeteren of zelfs mengen met andere verhalen, zodat er een groter geheel ontstond. No harm done. Toen ik in 2011 voor langere tijd naar Australië ging, had ik alle boeken uit de publicatie gehaald. De verhalen over een Nederlandse avonturier – met behalve ‘De Infiltranten’ titels als ‘Baby Zonder Vader’, ‘Garda’s Paradise’ en ‘Eén over twaalf’ – leken vingeroefeningen uit het verleden.

In Australië las ik een boek van de Amerikaans-Engelse reisschrijver Bill Bryson. Zijn teksten lazen alsof schrijven heel gemakkelijk is en dus besloot ik al vroeg in mijn 2-jarig verblijf om ook een reisboek over Down Under te schrijven. Dit boek kende vele (Engelse) versies, maar in 2017 bracht ik de definitieve uit – in het Nederlands. Ik beschouw In Australië: Twee jaar in het Land Daaronder als mijn eersteling, mede omdat het geringe lezerspubliek het boek eveneens goed wist te waarderen.

Al die tijd, zelfs al in Australië, was ik bezig met dat ene sciencefictionverhaal over aliens en verdwenen tijd. Het moest een episch verhaal worden waar die andere slechte boeken in verweven zaten. Ondanks enkele prachtige passages lukte het echter niet om binnen dat gigantische Word-document het ene project op het andere af te stemmen. Uit frustratie raakte ik het document hooguit eens in de zes maanden aan en schreef ik veel liever de gemakkelijkere reisverhalen.

In 2020 liep ik het Pieterpad en schreef een boekje over Nederland in coronatijd. Vanwege de geringe omvang van dit reisboek (In Nederland 2: De Weg naar Klein-Kuttingen) gaf ik het uit als pocketboekje van 18 centimeter hoog, 11 centimeter breed en 150 pagina’s dik. Toen ik mijn exemplaar in de bus kreeg, zag ik het voor me: allemaal pocketboekjes – en ik besefte dat dit boekformaat het antwoord was op het steeds weer vastlopende schrijfproces. Ik schrapte alle ballast uit dat enorme verhaal totdat alleen de kern over bleef: aliens die koortsachtig proberen hybride alien-mensen te maken (waarnaar de titel verwijst) terwijl een landmachtsoldaat almaar ouder wordt en door roeien en ruiten gaat om zijn belofte aan een gecrashte alien na te komen.

Genen werd vooral het verhaal over Joe Fox. We ontmoeten hem voor het eerst in juli 1947 als brutaal soldaatje van 18 jaar oud die is opgepakt voor under age drinking. Op een ranch buiten Roswell – ja, alle ingrediënten zijn aanwezig – wordt hij van alle soldaten uit zijn peloton als enige telepathisch aangesproken door een gecrashte alien. Vanaf dat moment volgen we hem de volgende vier decennia tijdens zijn obsessie om de alien – inmiddels diep onder Area 51 opgeborgen – opnieuw te bereiken met het doel hem te herenigen met zijn soortgenoten uit Galaxias. De vraag is steeds: doet hij wat hij doet uit vrije wil of is hij, onbewust, een bruikbare idioot die door de vredelievende aliens wordt ingezet en telepathisch aangestuurd?

Het bizarre en geniale concept ‘verdwenen tijd’ komt nog maar twee keer terug. Eerst in de proloog en vervolgens ergens in het midden van het verhaal wanneer een stroper ondersteboven is opgehangen door twee sadistische rangers die een biertje gaan drinken in hun terreinwagen. Als ze even later terugkeren, is van het onderlijf van de stroper alleen nog zijn ruggengraat over en is het bloed in het zand eronder opgedroogd…

Het is een kort maar krachtig verhaal geworden. Een boekje waarvan de basis in 2006 werd gelegd en nu definitief klaar is. Dat voelt gewoon ontzettend goed. Bovendien kan ik nu door met andere projecten, waarvan de volgende twee al zo goed als af zijn. Dat voelt ook best goed.


Haal je eigen exemplaar van Genen in huis

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.