Zondagscolumn 4

Zondag 28 april 2024

Wat hebben een schrijver, filmregisseur, beeldhouwer en schilder gemeen? Hun werk wordt pas getoond als ze er zelf klaar voor zijn om het te laten zien. Dit geldt eigenlijk voor de meeste kunstvormen – inclusief toneel, dat immers eerst wordt gerepeteerd – maar in het Stedelijk Museum in Amsterdam kun je bij een tijdelijke tentoonstelling over de Servische kunstenares Marina Abramovic nu kennismaken met performance art. Tijdens deze confronterende kunstvorm is de kunstenaar tevens het kunstwerk.

Wie naar binnen wil, moet tien euro bovenop de entreeprijs betalen. Daarnaast is het in een apart gedeelte van het museum – de kelder – omdat deze tentoonstelling niet voor iedereen is.

Stel je voor: er staat een vrouw in een ruimte. Ze heeft 72 objecten neergelegd en die mag je naar believen op haar toepassen. Er liggen bloemen, fruit en andere positieve zaken, maar ook mesjes, scalpels en een geladen vuurwapen. Wat zou je met haar doen?

In 1974 bracht Abramovic zes uur door als stilstaand en emotieloos object. Aanvankelijk was het publiek nog heel aardig. Ze kreeg een bloem aangereikt en cake gevoed. Men streek haar door het haar of schudde haar de hand. Maar naarmate de tijd verstreek, veranderde de sfeer. Ze kreeg een lichte klap van iemand uit het publiek om te zien of ze zou reageren. Dat deed ze niet. Ze was immers een emotieloos object. Ze kreeg hardere klappen. Dezelfde mensen die haar zojuist nog een bloem of stukje cake gaven, werden steeds gewelddadiger. Iemand pakte het vuurwapen en zette het tegen haar nek. Hij gaf het aan haar om het vast te houden. Er werd met pennen op haar voorhoofd geschreven. Er werd in haar billen en borsten geknepen. Ze werd gekust en gelikt en bespuugd. Haar kleren werden kapot geknipt. Er werd in haar buik gekrast met een mes. Ze werd rondgedragen en op een tafel gelegd, waar – volgens het verhaal – een man haar probeerde te verkrachten. Het publiek stopte met dit idee maar ging verder met het nemen van naaktfoto’s en handtastelijkheden. Tranen stroomden over haar wangen. Op een gegeven moment begon een vrouw uit het publiek de tranen weg te vegen en gaf haar een omhelzing. Een minderheid van het publiek, die aanstoot hadden genomen aan de daden van de meerderheid, vormden een cirkel om haar te beschermen, deden de kleren weer aan en bedekten de snee in de nek. Toen ze aan het einde van haar performance weer tot leven kwam, vluchtte het publiek alsof ze met iets vreselijks werd geconfronteerd. Ja, het object dat ze zo hadden gemarteld kwam weer tot leven en bleek een persoon te zijn. Haar naam was Marina Abramovic.

Deze opvoering (‘Rhythm 0’) heeft ze één keer gedaan, maar er zijn vele foto’s gemaakt waardoor het 50 jaar later nog altijd kan worden ‘heropgevoerd’ tijdens een tentoonstelling als deze. Het gedrag van het publiek – de ongetemde meerderheid en de gemanierde minderheid – is nou eenmaal tijdloos.

In haar uitvoeringen – die nooit werden gerepeteerd – zoekt ze haar mentale en fysieke grenzen op. De tentoonstelling bestaat vooral uit filmpjes waarin ze minutenlang hetzelfde doet. Het gevoel dat bij de bezoeker ontstaat is enorm dubbel. Het ene moment denk je ‘Wat een maf mens’ en het volgende moment sta je vol bewondering te staren. Ze staat minutenlang te tongzoenen met haar (toenmalige) partner zonder de monden van elkaar af te halen. Ze brullen zo hard als ze kunnen tegen elkaar, opnieuw en opnieuw. Ze lopen volledig naakt heen en weer over een podium. Ze spannen een pijl en boog aan – zij de boog, hij het koord met de pijl – en leunen lichtjes achterover met één hand langs het lichaam. En zo staan ze minutenlang tegenover elkaar. Als het koord uit zijn hand glipt, is ze er geweest.

Het zijn intense opvoeringen. Zelf is ze niet aanwezig, maar wel performers die haar methode hebben geleerd. Zo staan er opeens een naakte man en vrouw tegenover elkaar in een doorgang. Bezoekers die van de ene naar de andere ruimte willen, moeten tussen hen door. Het zorgt bij veel mensen voor ongemak. Een sociaal experiment dus, net als Rhythm 0.

* * *

Ik liep naderhand naar buiten, het Museumplein op, en vroeg me af wat ik nu precies had gezien. Een vrouw die haar mentale en fysieke grenzen opzoekt? Een serie sociale experimenten? Een maf mens? Ongemak onder de bezoekers? Het was heel veel tegelijk. Ik had ook het gevoel dat het niet voor iedereen is. Maar het was hoe dan ook bijzonder intrigerend. Gaat dat zien!

 

De tentoonstelling loopt nog tot en met 14 juli 2024. De toeslag bovenop de entreeprijs is €10 (ook voor houders van een Museumkaart).


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.