Zondagscolumn 5

Zondag 26 mei 2024

Zo, eindelijk weer een zondagscolumn. Ik ben op vakantie geweest naar de Verenigde Staten en dacht daar wel de tijd te hebben om te blijven schrijven. Om dezelfde reden had ik drie manuscripten meegenomen om te redigeren. Maar goed, als de gemiddeld duizend woorden van een zondagscolumn al niet lukten, zal het niet verbazen dat ik slechts drie hoofdstukjes van één manuscript kon completeren. Wel probeerde ik op Kruisje nog een dagverslagje te maken, maar dat heb ik na zes dagen ook gestaakt. Soms moet het online leven even plaats maken voor het echte bestaan.

Ik heb daarna een week lang alle sociale media links laten liggen en dat voelde ergens als een enorme bevrijding. Alleen toen ik hoorde van de diskwalificatie van Joost Klein op het Eurovisie Songfestival heb ik nog even op Kruisje gekeken. Het verbaasde me eerlijk gezegd een beetje dat spoorwegmensen het voor Klein opnamen. Hij zou agressief zijn geweest naar een cameravrouw, maar een cameravrouw is natuurlijk geen conducteur voor wie je de treinen 3 minuten stil zet. En daar liet ik het wat betreft Kruisje bij.

De vakantie was een bijzondere. Normaal gesproken reis ik alleen, maar dit keer had ik een reispartner: mijn eigen moeder. Of liever gezegd, ik was háár reispartner. Mijn vader’s gezondheid laat een lange reis niet meer toe en ze zag er enorm tegenop om de lange afstanden die inherent zijn aan Californië alleen af te leggen. Gelukkig heeft ze nog een vrijgezelle zoon met een rijbewijs.

Voor haar was het enorm wennen dat ze niet alles zelf hoefde te regelen. Zodra we bij een hotel parkeerden, hoefde ze maar vijf minuten te wachten voordat ik met de kamersleutels weer uit de receptie wandelde. Alledaagse dingen die op haar eerdere vakanties kennelijk wat stress opleverden, kon ik haar uit handen nemen. Aldus begint de nieuwe rol van het volwassen kind in de relatie met op leeftijd rakende ouders.

We hebben zo’n 2100 mijl gereden. Een afstand die zo groot is dat je bijna kan stellen dat we in die auto gewoond hebben. Eerst naar familie ten zuiden van Los Angeles en via familie ten noorden van die metropool naar een oom in de noordelijke helft van Californië. En die wilde natuurlijk niet een hele week thuis zitten, dus reden we richting nog noordelijker gelegen natuurgebieden.

Onderweg zag ik hoe kleine steden van pakweg 12.000 inwoners hun eigen bussen runnen en verbinden met het volgende stadje. Begrijpelijkerwijs kwam er een plan in me op om een keer wat langer de tijd te nemen en deze staat volledig met het OV te leren kennen. En tja, dat zal dan wel weer resulteren in een reisboek die u allen vooral moet gaan lezen.

Het interessante aan Californië is namelijk dat het enerzijds een ongelooflijk prettige staat is. Er is veel welvaart. Elke strandopgang is opgenomen in het systeem van state parks. Wie zijn auto wil parkeren, treft een meneer in een kioskje die 10 dollar als day use fee vraagt. Dit geldt ook voor de echte natuurparken, waar je kunt picknicken, kamperen en wandelen. Grote pick-uptrucks met trailers of speedboten rijden daar af en aan, bestuurd door grote mensen met een pet, baard, tattoeages en welvaartslijven. Sommige straten in sommige binnensteden zijn volledig vape- en rookvrij. Je kunt daar de politie bellen wanneer iemand een peuk opsteekt. De plekken waar de welvaartslijven met veel genoegen op een terras, strand of kampeerterrein neerstrijken zijn brandschoon. En het fooibeluste personeel kan zich niet professioneler opstellen.

Anderzijds is dit beeld beperkt tot de plekken waar de recreanten worden samengebracht. In veel plaatsen – en dan met name in de grote steden – zie je schrikbarend veel mensen die in pure armoede leven of, zoals dat zo verschrikkelijk heet, aan de onderkant van de samenleving. Het individuele karakter van de Amerikaan en de menselijke behoefte aan erkenning zorgen voor groteske gedragingen – luide stemmen, opvallende kleren, luidkeels de mening uiten – in een land waarin iedereen voor zichzelf moet opkomen.

In die tegenstelling schuilt een reisboek. Tel daarbij op dat de schrijver zich in de plaatselijke taal kan redden en de bevolking behoorlijk spraakzaam is. Een oud-politieman uit North Hollywood – zelf op vakantie in Amsterdam – vertelde me voor vertrek een scène die ik stiekem graag zou aanschouwen als ik eenmaal op die reis ben: “Als je op Hollywood Boulevard loopt, pas dan op voor de mensen die zijn verkleed als superheld. Ze eisen geld van je als je met ze praat of op de foto gaat. Ze kunnen erg opdringerig zijn. En wij als politie moesten de toeristen vaak ontzetten. Ik heb als agent meerdere malen gevochten tegen Batman. Kun je je voorstellen hoe het voor een kind is wanneer Batman wordt geboeid en afgevoerd?”

Aldus vormde zich een nieuwe schrijfambitie, maar het zal natuurlijk nog even moeten wachten totdat de financiën en het aantal vakantiedagen weer enigszins op orde zijn. En oh ja, ik heb nog zo’n twintig schrijfprojecten die ik nu toch echt eens moet afronden. Plus weer elke week een zondagscolumn.

Qua reizen – want onderweg zijn geeft toch dat ultieme gevoel van vrijheid, hoe kortstondig ook – beperk ik me voorlopig weer tot Nederland, Duitsland en België. Uiteraard zo nu en dan met het Deutschlandticket, maar ik wil ook regelmatig 24 uur in een bepaalde plaats gaan doorbrengen voor een serie online reisverslagen. Een eerdere uitvoering van dat idee viel letterlijk tijdens de tweede trip al in het water door de afkondiging van coronamaatregelen. Het was toen zelfs onzeker of ik vanuit Dinant nog terug naar Nederland kon keren… Hopelijk kan het nu wel langer standhouden.

Doei, tot volgende week!

Heb je tips of suggesties voor een 24-uursverblijf in een bepaalde plaats, stuur me dan een mailtje via schrijf@jeroenvogel.nl.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.