Het viel meteen op, ook al was het dezelfde trein als afgelopen maandag, toen de testrit even na halfzeven arriveerde op Amsterdam Centraal. Dit keer rolde het materieel het station binnen met de logo’s van European Sleeper pontificaal op de rijtuigen. Het was nu echt, inclusief wachtende passagiers op perron 7 van station Berlin Gesundbrunnen. “Wat een feest!” riep een Nederlander vanuit een coupéraam terwijl ik langs de trein richting het vierde rijtuig wandelde. Hij was oprecht gelukkig, op de manier van een vader die oprecht trots is op – en blij voor – zijn kind dat een droom ziet uitkomen. En eigenlijk leek het voor iedereen een beetje zo.
De opmars naar dit indrukwekkende moment op 25 mei 2023 om ongeveer 21.10 uur heeft een aantal jaren geduurd. Een start-up op deze schaal heeft natuurlijk wat voeten in de aarde. Het financiële deel ging soepel genoeg: een half miljoen euro binnen een kwartier. De zoektocht naar rijtuigen verliep daarentegen een stuk stroever. Het werd uiteindelijk niet het nieuwste materieel – in menig interview en nieuwsartikel ging het over de slaaprijtuigen uit 1955 – maar er stond in ieder geval een heuse nachttrein klaar voor vertrek.
Nathan, de jonge steward van rijtuig 4, heette zijn passagiers van harte welkom. Voor hem begon een nieuwe loopbaan, een mogelijkheid om een start-up van binnenuit te zien groeien. De vloer zakte een klein beetje in terwijl we door het gangpad naar onze coupés liepen, alsof de trein haar ouderdom en slijtage wilde benadrukken.
Ik deelde mijn compartiment met Bastian en Antje, een Duits stel van eind dertig/begin veertig uit Mecklenburg-Voor-Pommeren, en Leon, een Nederlandse jongen van zo’n 20 jaar oud die in Bad Bentheim woonde en zowel vloeiend Duits als Nederlands sprak. Dat ik niet genoeg Duits spreek voor een urenlang onderhoud maakte het linguïstische leven van mijn nieuwe reisgenoten er niet gemakkelijker op. Gelukkig waren we allemaal easy going. Leon was een jonge treinfanaat en reisde met de trein om het reizen met de trein. Voor Bastian en Antje was de nieuwe treinlijn een uitgelezen mogelijkheid om zonder te vliegen of een dag te verliezen op stedentrip naar Antwerpen te gaan.
Ons compartiment had gek genoeg twee schuifdeurtjes.
"Het waren eerst twee coupés," zei Leon. "Je kunt nog zien dat er ooit een tussenwandje heeft gezeten."
Nu hadden we een extra groot compartiment.
“We kwamen aan op Berlin Hauptbahnhof,” zei Bastian. “Ik vraag me af waarom het vertrek van de nachttrein is verplaatst van daar naar Gesundbrunnen. Hauptbahnhof is gewoon geopend.”
“Volgens de mail was dat vanwege spoorwerkzaamheden,” zei ik.
“Of het is goedkoper,” zei Leon. “Ik kan me voorstellen dat je voor Gesundbrunnen minder infraheffing betaalt dan voor Hauptbahnhof.”
Ik grinnikte om de gedachtengang. Er was inderdaad een enorm verschil tussen het kleine Gesundbrunnen en het gigantische, moderne Hauptbahnhof.
We installeerden ons en de “BAB-Express” zette zich in beweging, voor de eerste keer met passagiers aan boord. Velen filmden het vertrek. Al op station Berlin Wannsee stopte de trein weer.
“Dames en heren,” klonk het door de intercom. “We maken een extra stop. Houdt u alstublieft de deuren gesloten en laat niemand instappen.”
De drie beveiligers, die ik later nog een paar keer door de trein zou zien lopen, beenden naar één van de achterste rijtuigen en al snel liep er een zonderlinge man met een verdwaasde blik over het perron.
“Hé,” zei Bastian. “Die liep ook op Gesundbrunnen.”
“Misschien heeft hij de S-bahn genomen?” lachte Antje.
De deuren klikten weer in hun slot en de trein trok op.
De luidspreker kraakte. “Goedenavond. Mijn naam is Elmar van Buuren. Ik ben één van de oprichters van European Sleeper, en ik heb het genoegen om u vanavond welkom te heten op de allereerste rit van European Sleeper ooit. Wij zijn daar zeer blij om u namens het hele team van European Sleeper, en natuurlijk namens de mensen die aan boord aan het werk zijn, welkom te heten aan boord van de eerste European Sleeper-trein van Berlijn naar Brussel via Amsterdam. We wensen u een hele fijne reis. Bedankt voor uw aandacht.”
We luisterden aandachtig naar deze historische woorden, uitgesproken in 4 talen.
“En zo begon het,” zei ik met getimed gevoel voor drama.
“En wij zijn daarbij,” zei Antje.
Leon glimlachte. Hij wist veel over treinen en samen voorzagen we Bastian, die zich zeer geïnteresseerd toonde, van feitjes en nieuwtjes. Over de brug bij Weener die na 9 jaar eindelijk wordt herbouwd. Over de Oriënt Express die niet meer zover oosters gaat. Over station Istanbul Sirkeči dat zonder sporen zit. En zo ging het over nog meer van dat soort trein- en bijzaken. Op een kaart met alle Europese nachttreinen, waar Bastian mee aan kwam zetten nadat hij en Leon een medewerker van nachttreinpleiter Back on Track EU hadden gesproken, staarden we naar de vele mogelijkheden die er zijn.
“Heb jij Oslo-Bergen weleens gedaan?” vroeg Antje.
“Nee, maar die zou ik ook niet ’s nachts doen. The scenery is too beautiful.”
“Inderdaad. Wij hebben ‘m overdag gedaan. Het is een prachtige route.”
Leon schoof mijn kant op om mee te kijken. “Belgrado-Bar kun je ook beter overdag doen.”
En zo praatten we de avond vol, probleemloos stuitend op raakvlakken, vrijwel telefoonloos. Terwijl Antje in de coupé bleef om te lezen, liepen Leon, Bastian en ik de lange, bonte trein door. We troffen een fietsafdeling die al goed werd gebruikt.
Rond middernacht brachten we met de nodige onhandigheid in zo’n krappe ruimte de bedden in stelling. Leon liep met zijn toilettas naar een washok om zijn tanden te poetsen terwijl Bastian toekeek hoe ik de rugleuningen omhoog bracht. Op dat moment begon het brandalarm in ons rijtuig te loeien.
“Staat Leon te roken in het washok?” grapte ik.
Ook het personeel stond al snel voor zijn deur, evenals bij een dame die het washok aan de andere zijde gebruikte. Er kon geen oorzaak worden gevonden, maar het alarm hield aan. Op dat moment schoot de trein in de ijzers, een slepende noodrem, de locomotief als Superman die ‘effies’ 11 rijtuigen tegenhoudt. Het alarm werd afgezet, loos als het was, en de trein trok weer op.
Door de spoorwerkzaamheden maakte de trein een onwaarschijnlijke omweg: na Maagdenburg reden we noordwaarts om via Bremen weer af te zakken richting Bad Bentheim. We stonden regelmatig stil en juist dan word je als nachttreinreiziger wakker. Onbewust wacht je tot er weer wordt gereden. Wanneer een trein uren stil staat, kan de passagier uren wakker liggen.
“Ik had daarboven het gevoel dat we heel erg snel reden,” zei Bastian over zijn nacht pal onder het rijtuigplafond. “En dan stopte hij weer. En dan weer heel snel. En dan stopte hij weer.”
Dit was een vrij nauwkeurige samenvatting van het nachtelijke ritme. We waren het er allemaal over eens dat het moeilijk is om te slapen wanneer de trein stil staat.
We reden inmiddels door Nederland en tegen zeven uur ’s ochtends stopten we op Amsterdam Centraal. Hier stapten een aantal mensen uit. Onder normale omstandigheden zou ik één van hen zijn, maar ik wilde graag de eerste rit helemaal meemaken en dus bleef ik aan boord. Via Haarlem reden we verder naar Rotterdam, Roosendaal en Antwerpen.
Op Antwerpen Centraal stapten Bastian, Antje en Leon uit.
"Veel plezier in Antwerpen," zei ik ten afscheid vanuit het open schuifraam.
"Goede reis verder," zeiden Antje en Bastian.
"Ik heb het gevoel dat ik jou nog weleens tegen kom," zei Leon. "Bij een volgende gelegenheid."
"Wie weet," zei ik.
"Zal ik een foto van je maken?" vroeg Bastian.
We hadden nog een minuut. Snel gaf ik mijn telefoon met geactiveerde camera. Bastian maakte een foto terwijl ik met mijn hoofd uit het raam hing. Hij en Antje wuifden en liepen door.
Leon bleef staan, in zijn eentje, en zwaaide terwijl de trein weer optrok. Ik besefte dat dit soort menselijke ontmoetingen steeds zeldzamer worden. In het lege compartiment begon ik alvast mijn spullen bij elkaar te rapen.
We waren er bijna.
En plotseling waren we er echt.
De trein kwam tot stilstand op Brussel Zuid/Midi, haar eindbestemming. Treinfanaten liepen naar de voorkant om een foto van loc en trein te nemen. De heer die het zo’n feest had gevonden liep met een enorme glimlach langs de trein. Hij leek me te herkennen en riep: “Dit is toch fantastisch! Ze hebben het ‘m gewoon geflikt!”
Boekje erbij? Klik HIER voor een overzicht van al mijn boeken!
Reactie plaatsen
Reacties