Dit is een artikel dat nog wordt aangevuld. Zie ook onderaan.
Wanneer je in de trein zit en het vaderlandse landschap aan je voorbij zoeft, lijkt het een vanzelfsprekendheid dat zo'n spoornetwerk bestaat. Niets is natuurlijk minder waar: het is het resultaat van bijna twee eeuwen innovaties, veel trial en nog veel meer error, protocollen, politieke keuzes en praktische toepassingen. Dit alles levert een waslijst aan interessante en kekke feitjes op. Met de hulp van een aantal spoorfanaten heb ik er 7 voor je op een rij gezet.
1. De vier uiterste stations
Elk spoorland heeft een noordelijkst, zuidelijkst, oostelijkst en westelijkst station. Dit zijn de Nederlandse:
Eemshaven
In het uiterste noorden vinden we station Eemshaven, dat op 28 maart 2018 door koning Willem-Alexander werd geopend. Om de haven te bereiken, rijdt de trein door twee coupures in de zeedijk heen. Hiermee is Eemshaven tevens het enige buitendijkse station van ons land. X-gebruiker Redmer geeft aan dat station Harlingen Haven oorspronkelijk ook buitendijks lag, maar deze is inmiddels binnendijks gesitueerd.
Bad Nieuweschans
Met de klok mee komen we op het meest oostelijk gelegen station: Bad Nieuweschans, dat 150 jaar ouder is. Van deze ouderdom zie je alleen nog een interessante locomotievenloods even verderop. In het voorplein zijn de contouren van de voormalige draaischijf te zien. Bad Nieuweschans is een grensstation waar de trein vanuit Groningen vertrekt richting Weener (en straks verder naar Leer).
Eijsden
In het uiterste zuiden van Limburg ligt station Eijsden, dat niet door Nederlandse treinen kan worden bereikt. De spanningssluis ligt namelijk ter hoogte van Maastricht in plaats van in het 1,4 kilometer lange stuk spoor tussen Eijsden en de Belgische grens. Het wordt eens per uur bediend door een stoptrein van de NMBS. Ondanks de volledige afwezigheid van Nederlands spoormaterieel is op een oude deurgreep nog het NS-logo te vinden.
Vlissingen Souburg
Doordat het westgaande Zeeuwse spoor na station Vlissingen Souburg weer een stukje oostwaarts gaat, is niet Vlissingen, maar Vlissingen Souburg het meest westelijk gelegen station van Nederland. De sporen zijn gesitueerd in bajonetligging, waarbij ze niet tegenover elkaar liggen, maar in rijrichting na de spoorwegovergang. Op deze manier gaan de bomen altijd dicht, of de trein nu halteert of niet.
2. De langste perrons liggen in Sittard
Een gemiddeld Nederlands perron is 340 meter lang, genoeg voor twaalf rijtuigen. Sommige perrons zijn korter (zo kunnen intercitytreinen ten noorden van Alkmaar niet langer zijn dan 10 rijtuigen) en sommige weer veel langer. Dit is onder meer het geval op Leiden Centraal met 680 meter, op Amsterdam Centraal met 695 meter en op Sittard met 700 meter.
Omdat in Maastricht de capaciteit ontbrak, werd Sittard door bedevaartsgangers naar Lourdes gebruikt als vertrek- of overstapstation. De lange bedevaartstreinen - met zelfs een ambulancerijtuig waarin zieken werden verzorgd door artsen en verpleegkundigen - stonden soms tot wel een uur stil terwijl het reguliere treinverkeer moest blijven plaatsvinden. Dit verklaart de noodzaak voor de lange perrons. De bedevaartstreinen zijn door verouderd materieel, afgenomen aantal kerkgangers en minder ruimte op het Franse spoor in 2016 gestopt. Vliegtuigen en touringcars hebben het vervoer overgenomen. De perrons zijn gebleven.
3. Drie keer het hoogste getal
Het hoogste staton
Station Kerkrade Centrum ligt op 149 meter hoogte en is daarmee het hoogst gelegen in gebruik zijnde station van Nederland, schrijft David. Het station Bocholtz, gelegen tussen de Duitse grens en Simpelveld en thans in gebruik als halteplaats bij Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM), is met 171 meter de absolute recordhouder.
Het hoogste spoornummer
In Nijmegen vertrekt de trein naar Roermond van spoor 35. Geen enkel ander station heeft een dergelijk hoog spoornummer, schrijft Suzanne. Het getal is gemakkelijk verklaarbaar: rondom de voormalige Van Gend & Loos-loods lagen destijds vele (goederen)sporen. Elk spoor is genummerd en een eventueel perron langs dat spoor krijgt hetzelfde nummer mee. Nadat VG&L werd verkocht aan internationale kapitalisten en de loods niet meer nodig was, werden veel goederensporen opgebroken. Spoor 35 werd een reizigersspoor, kreeg een perron en behield het nummer.
Hoogste aantal IC-stations per strekkende meter
Fred schrijft dat in Walcheren de meeste IC-stations per strekkende meter liggen. Er zijn er 3 binnen 6 kilometer. Er ligt 3,9 kilometer spoor tussen Middelburg en Vlissingen Souburg; en er ligt 2,2 kilometer spoor tussen Vlissingen Souburg en Vlissingen. Op alle 3 stations stopt er een intercity.
4. Adellijke stations
X-gebruiker Van Zeeland schrijft dat sommige stations mede op verzoek van de adel zijn aangelegd. Over Van Zeeland's inbreng dat landgoedeigenaar Godin de Beaufort als Minister van Financiën behoefte had aan een goede treinverbinding vanuit Maarsbergen heb ik (vooralsnog) niets kunnen terugvinden. De aanvulling van Laurens over station Veenenburg, dat maar kort heeft bestaan, is wel verifieerbaar. De eigenaar van Landgoed Veenenburg bedong bij de verkoop van grond voor de nieuwe spoorbaan tussen Haarlem en Leiden een station, opdat zijn kinderen een comfortabele verbinding kregen naar Leiden, waar ze studeerden. Het station was open tussen 1842 en 1896. Het vermoeden bestaat dat de kinderen tegen die tijd waren afgestudeerd.
Laurens voert ook aan dat Paleis Het Loo beschikte over haar eigen Loolijn. Dit 3,3 kilometer lange baanvak kwam er op initiatief van Koning Willem III, die zo rechtstreeks tussen Den Haag, Amsterdam en Het Loo kon reizen. De in 1876 geopende lijn werd nadien ook door Koningin Wilhelmina nog vaak gebruikt. In 1954 werd de lijn opgebroken. Aan de Prins Willem-Alexanderlaan in Apeldoorn ligt nog een overblijfsel.
5. Restanten
Nederland is één van de meest aangeharkte land ter wereld, ingegeven door het kleine en volle oppervlak, en wat moet wijken voor de vooruitgang zal ook wijken. Maar toch: een oude tunnel kun je volstorten en afsluiten en een oude brug kun je verwerken in nieuwbouw. Een paar leuke voorbeelden.
Mark geeft aan dat er onder station Schiedam Centrum een afgesloten reizigerstunnel ligt verborgen. "Een geoefend oog ziet er nog sporen van aan de oppervlakte." Hetzelfde geldt voor station Alkmaar, maar daar zie je niets van de tunnel die er nog altijd ligt.
Ernst schrijft dat zowel een oud onderdeel van de Hembrug als het wachthokje/stationsgebouw van de gelijknamige halte tegenwoordig op het Hembrug-terrein staan.
Suzanne wijst op kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog in de overkapping van spoor 3-5 van station Gouda, evenals het gebruik van baileybruggen uit WO2 in de overkapping van station Eindhoven Centraal.
6. Grensgevallen
Gemeentegrenzen
Station De Vink (Zuid-Holland) ligt in twee gemeenten. De sporen richting Den Haag liggen in Leiden, de sporen richting Leiden liggen in Voorschoten. Dit station, vernoemd naar een voormalig buurtschap in de gemeente Voorschoten, heeft een tijdje Leiden De Vink geheten, maar heet nu De Vink. Het is waarschijnlijk het enige station met een niet-bestaande plaatsnaam, omdat het buurtschap volledig is opgeslokt door de Leidense wijk Dobbewijk-Zuid. Aan de andere kant ligt de Voorschotense wijk Noord-Hofland.
Provinciegrenzen
Ook provinciegrenzen kunnen voor splitsingen zorgen. Zo ligt Veenendaal in de provincie Utrecht, maar station Veenendaal-De Klomp in Gelderland. Althans, voor een groot gedeelte, want het station is geconstrueerd in bajonetligging en een stukje van het perron langs het spoor richting Utrecht ligt wél in de gelijknamige provincie.
Landsgrenzen
Sommige grensplaatsen hadden eerder een verbinding met het buurland dan met de rest van Nederland. Het mooiste voorbeeld hiervan is Maastricht, dat op 31 december 1853 haar eerste spoorlijn kreeg. Deze liep naar Aken en was gebouwd door het acht jaar eerder opgerichte Aken-Maastrichtse Spoorweg Maatschappij. (Een beroemd overblijfsel is het stationsgebouw in Valkenburg, dat uit 1853 stamt en het oudste nog bestaande stationsgebouw is.)
Dezelfde maatschappij opende in 1856 een spoorlijn naar Hasselt (Spoorlijn 20). Hoewel het doek voor passagiersvervoer reeds in 1954 viel en in 1992 ook voor goederenvervoer, werd de lijn vanaf 2007 voor 32 miljoen euro weer opgeknapt en in 2011 in gebruik genomen als goederenspoor. Er reden welgeteld drie goederentreinen over alvorens men in 2016 het traject opnieuw sloot. In 2019 besloot de Belgische spoorbeheerder dat het spoor definitief buiten gebruik zou worden gesteld.
In 1861 werd vanuit Luik Spoorlijn 40 aangelegd naar Maastricht. Hiermee kwam er een derde internationale aansluiting met de stad terwijl het nog niet eens was aangesloten op de rest van Nederland. Dat geschiedde pas in 1865, toen Staatslijn E werd geopend.
Ook Roosendaal (1854) en Nijmegen (1865) hadden eerder een spoorverbinding met België dan met de rest van Nederland, respectievelijk in 1855 en 1879.
7. Overige weetjes
David: "Utrecht Lunetten had een voorganger (1874-1932) zonder in/uitgang, je kon er alleen overstappen."
Passenger: "De Protos fabriek was van origine een onderdelen fabriek die aan diverse treinproducenten onderdelen leverde. Toen ze zelf treinen gingen bouwen nam niemand nog onderdelen af met als gevolg dat de fabriek failliet ging."
David: "Bij Haarlem ligt de laatste haakse gelijkvloerse spoorkruising van Nederland."
Marc: "De Oude Lijn heeft kilometer 0 niet in Amsterdam Centraal maar bij de Zaanstraat/Westerpark liggen. Iets ten zuiden daarvan lag vroeger Station Willemspoor. Bordje met 0 staat aan de noordkant van de spoorbaan daar."
Boekje erbij? Klik HIER voor een overzicht van al mijn boeken!
Dit artikel is een begin en zal met meer detail en weetjes worden aangevuld. Heb je tips? Maak ik een fout? Mail naar schrijf@jeroenvogel.nl of laat een reactie achter in het veld hieronder.
Reactie plaatsen
Reacties
Qua grensgevallen is Maastricht leuker. Dat had de eer van de eerste drie grensoverschrijdende verbindingen naar Aken, Hasselt en Luik. Pas daarna kwam de verbinding met het Nederlandse spoor.