Ik staarde met grote ogen naar het metro-achtige treintje dat langs spoor 1 op station Mechelen kwam voorgereden – een soort tram was het, kort en van binnen krap, terwijl er op het perronbord toch echt ‘IC’ stond: intercity. Dit creëerde een tegenstrijdig gevoel, zoals de verwachting omslaat in een teleurstelling wanneer je denkt een hotel ‘met zwembad’ te hebben geboekt en ter plaatse oog in oog staat met een bubbelbad of als je vriendin heeft beloofd je mee uit eten te nemen en dit de automatiek blijkt te zijn. Zoiets. Toen de trein uit Mechelen vertrok en ik met mijn knieën tegen de rugleuning van de stoel voor me zat, wilde ik nog een keer mijn hoofd uit het raam steken om te zien of er echt ‘IC’ op het bord had gestaan. Maar zo’n aanduiding stond natuurlijk ook bloot aan interpretatie – hier is een positief voorbeeld daarvan: een intercity die om 13:48 uit Mechelen vertrok en vervolgens nog stopte te Muizen (13:53), Hever (13:56), Boortmeerbeek (13:59), Haacht (14:02), Wespelaar-Tildonk (14:06), Hambos (14:09), Wijgmaal (14:13) alvorens om 14:18 te arriveren in Leuven, kon op de geografische schaal van België natuurlijk best haar naam eer aan doen. En hoe stoer klonk het voor de inwoner van Muizen, als hij op het gruisstenen perronnetje van zijn dorpsstationnetje stond en de omroeper door de luidsprekers sprak: “De intercity naar Leuven …”?